maandag 19 maart 2018

Verwerken

Alles wat we meemaken moet een plekje krijgen. De één verwerkt in zijn dromen, de ander verwerkt door dagelijkse of nachtelijke tripjes naar de koelkast en weer een ander verwerkt door - al dan niet fanatiek - te gaan sporten. Hoe dan ook hebben we allemaal een manier ontwikkeld die min of meer bij ons past en min of meer het gewenste effect heeft. De Blommetjes verwerken elk op hun eigen manier, ondanks dat ze vanuit hetzelfde genenpakket ontstaan zijn. Ik sta erbij, ik kijk er naar. Het overkomt me. Zie dat maar eens een plekje te geven.

Baby
Baby is nu 11 maanden. Nog even en ze is geen Baby meer. Zo gedraagt ze zich dus ook. Alles is heftiger, intenser en ze ontwikkelt een eigen Ik. Alle nieuwe dingen zijn in de eerste maanden een garantie voor een oerkreet en daarna proberen of de weg terug naar de baarmoeder nog intact is. De conclusie is al snel dat het daarbij om eenrichtingsverkeer gaat. Baby zoekt dus een nieuwe weg terug naar mijn binnenste. Dat kan zowel via mijn schouder, via mijn borst of via mijn navel. Bij voorkeur beukt ze zich een weg naar binnen met haar hoofd. Nu ze kan kruipen en staan biedt dat uiteraard perspectief. De conclusie is nog altijd dat er geen weg meer terug is. Ze zal de confrontaties moeten leren aangaan.

Daar vindt Baby wat van. Baby houdt niet van gedoe. Zodra ze haar façade van schattige, verlegen baby afwerpt, komt haar werkelijke aard naar boven. Ze kan je observeren totdat je je er ongemakkelijk bij voelt. Haar mimiek is dusdanig levendig dat je ziet dat ze er tijdens haar observatie van alles van vindt. Ze vindt wat van je. Ze trekt conclusies. Ze kijkt dwars door je heen. Ze houdt alles - en dan bedoel ik ook daadwerkelijk alles - nauwlettend in de gaten. Als een havik volgt ze sociale interacties. Bij het pinapparaat in de supermarkt houdt ze in de gaten wat ik precies met dat pasje doe en ik weet zeker dat ze mijn pincode ook al opgeslagen heeft. Je kan maar beter alles opslaan wat bruikbaar lijkt voor nu of de nabije toekomst.

Wanneer Baby ontspannen is, komt alles er uit wat ze die dag geregistreerd heeft. In één keer. Als een onverstaanbare verbale diarree vliegt je het één na het andere om de oren. Man denkt soms 'even snel' langs Baby heen te kunnen lopen, wanneer hij na een lange dag werken de keuken binnenstapt. Zodra Baby doorheeft dat Man er is, kruipt ze op hem af met een snelheid die we nog niet eerder zagen en dan begint het. Je kan er maar beter even de tijd voor nemen - ook al zijn er twee andere kinderen die óók wat willen vertellen - het maakt Baby niet uit. Dit is háár moment. Zij moet even verwerken. Negeer je haar? Die decibellen van haar zus lijken te werken. Dat is dan Plan B.

Peuter
Peuter is 3,5 jaar.  Ook Peuter is van het observerende soort. Behalve wanneer het om poep gaat. Poep kan altijd en dien je te pas en te onpas over tafel te slingeren. Gelukkig is ze al zindelijk. Je dient poep als argument naar voren te schuiven in elk willekeurig gesprek, als elk willekeurig argument, tijdens elke willekeurige vraag en vooral in elk willekeurige spelletje.

Die spelletjes. Dat is mooi. Peuter begint (gelukkig) steeds meer zelf te spelen, zonder dat ze van mij verwacht dat ik alles in de gaten hou. Ze zit naast me. Soms best irritant, want Peuter praat dus de he-le tijd. Zodra ze wakker wordt begint ze en ze stopt pas wanneer ze gaat slapen. Eten is ook geen reden om te stoppen met praten: een gesprek voeren terwijl je mond tjokvol zit is namelijk ook heel goed mogelijk en ze heeft er schijt aan dat wij al honderdduizend keer hebben gezegd dat wij het toch echt aangenamer vinden zonder die brij van speeksel en banaan.

Tijdens de spelletjes hoor ik exact wat haar bezig houdt. Ze komt met hele verhalen, waarbij haar oom een paard heeft gered, haar tante door de lucht vliegt in een vliegtuig en Baby een verhaaltje voorleest. Alles wat ze heeft gezien koppelt ze aan voor haar dierbare personen, waardoor die de wildste avonturen beleven zonder dat ze daar zelf vanaf weten. Ook bij het ontdekken van de verschillende nieuwe dingen in huis - die er al sinds dat ze hier woont zijn, maar die ze nooit eerder ontdekte - komen allerlei theorieën naar voren. De dierbaarste personen zijn allemaal deelgenoot van dit fantastische nieuwe object en ze ervaren de meest uiteenlopende emoties. Oma is verdrietig om het windscherm, tante is erg blij om het windscherm en oom gaat met haar dansen onder het windscherm. Multifunctioneel zo'n ding.

Wanneer het verwerken op gang is begint Peuter het leven te bezingen. Eerst ligt ze even op de grond naar het plafond te staren. Ik vermoed dat ze eerst het orkest ordent. Heel voorzichtig hoor je de eerste tonen. Tonen worden woorden. Woorden worden zinnen. Het volume gaat omhoog. Het gaat harder en harder en zodra haar orkest eenmaal op stoom is gekomen kunnen we het best de oordopjes opzoeken die we tijdens festivals en concerten gebruiken. Veelzijdig en volumineus. Laten we het daar op houden.

Kleuter
Kleuter en Baby zijn bijna identiek. Bijna. Baby houdt niets intern: zij heeft overal een mening over en wanneer ze die niet durft te ventileren in de massa, dan zijn wij de Sjaak wanneer ze zich wel veilig genoeg voelt. Kleuter houdt alles intern met als gevolg dat er soms uitbarstingen zijn. 's Nachts tijdens het dromen of overdag wanneer het even niet gaat zoals hij wil. Ik denk eigenlijk dat zijn basis wat minder stevig is als de basis van zijn twee zusjes. We hadden geen idee toen hij Baby was. Ook wij moeten leren en vervolgens verwerken dat we toen misschien onhandige keuzes hebben gemaakt.

Kleuter heeft een levendige fantasie. Hij vindt het moeilijk om realiteit en fantasie uit elkaar te houden. Hij heeft Grote Vragen. Kleuter verwerkt door buiten te spelen en bezig te zijn met datgene waar kinderen volgens mij over de hele wereld mee bezig zijn: een stokje prikken in het zand en liggen op het gras terwijl je naar de wolken kijkt. Kleuter is eigenlijk heel basic.

Bij Kleuter hebben we heel lang geen idee gehad hoe hij precies verwerkte. Ik vraag raad aan mijn ouders, ik vraag raad aan vriendinnen, ik vraag raad aan het consultatiebureau, ik struin Google af naar tips. Ik lees me een ongeluk. Ik ben alleen maar op zoek naar iets tastbaars waarmee ik kan doordringen tot de kern van mijn oudste kind. Zodat ik hem kan ondersteunen in het groter worden en hem kan uitleggen hoe de wereld werkt. Hij lijkt het namelijk zelf niet altijd even goed te kunnen bevatten. Hij wil hulp. Nu hij wat ouder is, heeft hij dat meerdere malen zelf benoemd.

Zo komen we ergens: Kleuter verwerkt door te voelen. Stoeien met Man. Op je blote voeten door het zand en het gras. Kriebels in je buik op de schommel en de glijbaan. Hij verwerkt door te onderzoeken hoe hij in een boom kan klimmen. In zijn fantasie zit hij al bovenin de top. Nu moet hij alleen nog ontdekken hoe hij dat dan daadwerkelijk voor elkaar krijgt en daar kan hij een middag zoet mee zijn. Kleuter verwerkt ook door vragen te stellen. Alles wat in zijn hoofd zit, mag er uit. Soms lijkt het alsof hij heel ver weg is. Dan check ik dat: 'Nee mamma, ik vind de lucht gewoon mooi. Zie je dat ook?'

zaterdag 10 maart 2018

Luisteren

Om eerlijk te zijn kan ik me niet meer zo goed herinneren wanneer ik echt begon 'op te voeden' bij onze oudste. Dat wil zeggen: gedrag bijsturen wat als ongewenst te boek staat binnen onze cultuur of in elk geval binnen ons gezin.

Tot aan dan hebben we er eigenlijk nooit zo over nagedacht. Welk idee hebben we erbij? Wat kan? Wat kan niet? Waarom dan niet? Kan dat dan écht niet of hebben we onszelf een beperking in de creativiteit opgelegd?

Zo groeit er met onze oudste een bepaald beeld. Ook over hoe we denken dat 'iets hoort' te zijn. De hilariteit is natuurlijk dat onze oudste vanaf begin af aan al tegendraads is. Of nouja. Hij weet prima hoe de natuur en onze basis functioneren, maar pappa en mamma proberen het met alle geweld in een bepaalde vorm te drukken. Pappa en mamma hebben zich eigenlijk niet heel veel verder in de menselijke biologie verdiept dan de voortplanting. Actie, reactie. Dat blijkt wel.

Het moge duidelijk zijn dat dat 'opvoeden' dus niet bepaald van een leien dakje gaat. Man en ik komen regelmatig van een koude kermis thuis zodra we gedrag willen bijsturen wat volgens anderen - ja, dat lees je goed - volgens anderen dus, niet door de beugel kan. Dit houden we niet vol. Zoveel is zeker. Als je al niet vanuit je eigen volste overtuiging kan uitleggen waarom dat je de dingen doet zoals je ze doet, hoe moet je kind het dan begrijpen? 'Gewoon omdat ik dat zeg!' ... Net alsof Man en ik daar vroeger en nu genoegen mee nemen. Laat staan ons kind; het kwadraat van ons.

Dus, zoals het een kritische geest betaamd, raadplegen we Google.

We komen er niet veel verder mee moet ik zeggen. Negen van de tien situaties zijn toch keer op keer samen te vatten met 'je kind moet luisteren'. Ja, mooi... Wat nou als je kind gewoon een kritische parlementariër is in een schattige, mollige verpakking? Moties van wantrouwen vliegen over tafel en wanneer we een stemming houden gelden niet de daadwerkelijke argumenten, maar vooral het aantal decibel. Gehoorbescherming krijgt een geheel nieuwe noodzaak in ons gezin. Vooral wanneer de parlementariër de leeftijd bereikt van 2,5 jaar.

Man en ik hebben graag diepgaande gesprekken. We hebben geen televisie. De standaard reactie daarop is: 'Maar wat doe je dan? Ik zou echt niet zonder kunnen!' Wij doen niet aan het 'samen zwijgzaam op de bank met een kop koffie'. Wij doen aan 'goede gesprekken met een kop thee' - anders slaap ik namelijk nog slechter dan dat je mag verwachten met een baby. Die goede gesprekken zou ik dus echt niet willen missen. Ze hebben vaak ook een verrassend goede uitkomst.

Zo zitten we een avond buiten te genieten van de zomer. Da's trouwens ook een voordeel van geen tv: we leven echt veel meer buiten. De muggen vieren feest, ondanks onze poging om ze te weren met een citronella kaars. We hebben het over opvoeden en over hoe we dat eigenlijk een gekke term vinden, want het suggereert dat we ons kind moeten bijschaven. We hebben ons kind op de wereld gezet, zodat het later hopelijk een liefdevolle, integere en zelfstandige volwassene is. Daarbij ondersteunen we. Wij wijzen de weg of we laten in elk geval een pad zien waarvan we denken dat daar de minste weerstand zal zijn. Pijn, frustratie, verdriet. Eigenlijk wil je alles als ouder voorkomen.

Dat is eigenlijk gek! Hoe leren we zelf? Door fouten te maken. Door keihard - of minder hard - onderuit te gaan. Door verdriet te ervaren, door weerstand te ervaren, door te falen. Wanneer het beekje kabbelt dan zal de van nature lui aangelegde mens heus geen kritische noot plaatsen. Pas wanneer er een vlekje verschijnt aan de smetteloze horizon - en bij de één is dat een speldenknop en bij de ander een zwart gat - dan voelen we een noodzaak tot handelen of veranderen. Dus het besparen van leed, maakt ons kind niet perse weerbaar. Ondanks dat ons - mijn - weke moederhart soms anders ingeeft.

Daarom vinden Man en ik dat je een kind begeleidt. Als een gelijke. Een volwaardig mens. We bieden het warmte, veiligheid, liefde en geborgenheid, zodat het minimens vanuit daar de wereld kan verkennen. Als het dan zo hard onderuit gaat op een pad dat je als ouder absoluut niet voor ogen had - ik zei nog zo: niet doen! - dan keert het terug om op te laden en vanaf daar weer opnieuw te beginnen. Het ene kind zie je regelmatig met allerlei oorlogswonden terugkeren en het andere kind kiest de weg van de minste weerstand. Dat is ook mooi.

Zo hebben Man en ik geleerd dat onze kinderen moeten luisteren naar ons, wanneer ze over een grens gaan. Een grens is een regel in het gezin waardoor het leefbaar en aangenaam blijft. Die grenzen bestaan ook in de maatschappij en leer dan liever in een veilige omgeving wat de consequenties zijn. Wat wij vooral ook moeten doen - en wat ik hopelijk nooit verleer - is blijven luisteren naar mijn kind. Een nieuwe generatie die misschien nog wel beter weet hoe de huidige wereld in elkaar steekt dan dat ik dat weet. Zo vullen we elkaar aan en helpen we elkaar ouder worden. Wederom als gelijkwaardige mensen. We hebben tenslotte elk onze eigen kracht.

Dat is niet altijd gemakkelijk. De nogal primitieve krachten van een peuter of kleuter kunnen heftig zijn. Er zijn zoveel externe factoren die invloed hebben. Om op mijn - of ons - pad te blijven hebben Man en ik regelmatig 'goede gesprekken zonder televisie'. 'Luisteren doe je met je oren,' zeg ik regelmatig tegen onze Peuter. Maar is dat écht zo?

Als ik echt even stilsta bij ons ouderschap dan besef ik dat ik eigenlijk iets heel anders doe. Iets dat soms nog veel meer pijn doet dan die overmatige decibellen. Bij voorkeur luister ik naar Man, de kinderen en mijzelf met mijn hart.

maandag 5 maart 2018

Verdrietig

Tranen met tuiten. Het is wat. Als je kind huilt dan vind je dat vreselijk. Of vreselijk irritant. Zeker wanneer het lang duurt, het met (heel veel) lawaai gepaard gaat en wanneer je niet weet wat er aan de hand is. Ik voel me dan net zo machteloos als dat kleine wezentje dat met of zonder tranen huilt.

Met Kleuter hadden we heel wat te stellen als baby. Hij huilt veel, hij huilt vaak en we kunnen er geen peil op trekken wat hem triggert. Soms lijkt het alsof hij 'alleen maar' de dag moet verwerken. Dat is dan vervolgens wel een verwerking van tweeënhalf uur, waarop wij ons afvragen wat we die dag dan toch allemaal gedaan hebben dat onze lieve baby daar zo'n gezouten mening over heeft.

Hij blijft huilen. Soms wel zeventien uur in een etmaal. Dat is gewoon alle wakkere tijd hè. In retrospectief kan ik me er niets meer bij voorstellen. Gelukkig. Hartverscheurend huilen en ik heb geen idee meer wat ik er mee moet. Ik zit met hem en Man loopt kilometers met hem. We slapen in een soort van ploegendienst, om ervoor te zorgen dat we nog enigszins uitgerust de zit- of wandeldienst kunnen draaien.

Ik weet niet meer wanneer het huilen minder werd. Ik hou lang - héél lang - een soort panische reactie op alles dat maar iets op huilen lijkt. Elke kick die hij geeft, laat mijn hart sneller slaan en ik ben altijd alert. Ik reageer geprikkeld op geluiden die naar mijn mening te hard zijn, want stel je voor dat je die zoet-slapende baby wakker maakt. Dan zit ik weer met de ellende.

Hij slaapt vijf uur per nacht. Hij doet dit meerdere keren per week. Hij doet het een aantal dagen achter elkaar. Per ongeluk slaapt hij zeven uur per nacht. Inmiddels is Kleuter gek op slapen. De zinsnede 'ben je moe?' is natuurlijk een uitnodiging voor een snoeiharde ontkenning. Dat snap je natuurlijk wel. Slapen is voor mensen die het totaal niet interessant vinden wat er in de wereld gebeurt. Dat vindt Kleuter super interessant, dus hij wil niet naar bed. Behalve op mamma's plekje.

Nu hij naar school gaat moet ik hem soms wakker maken, omdat hij de nacht doorslaapt en het liefst de hele ochtend er ook nog bij pakt. Hij slaapt door zijn huilende - en met een stemgeluid als op de Albert Cuyp - babyzusje heen, hij slaapt door het gekletter van de douchestralen op de douchebak heen, hij slaapt door zijn mopperende peuterzusje heen die twintig keer in en uit bed - liefst ook met heel veel lawaai, uiteraard - stampt, valt of, met iets minder lawaai, sluipt. Dan staat ze ineens middenin de nacht naast Man: 'Hallo pappa.' Wat kan een mens schrikken.

Kleuter heeft nog steeds een intense wereldbeleving. Ik zie veel terug van hem in Baby en hoe fijn is het dat ik ein-de-lijk al - de meeste van - die subtiele signalen snap die een baby kan geven. Ze geeft maar heel kort aan dat ze er genoeg van heeft en dan zet ze het op een krijsen. Als ik wissel van borst, dan is dat trouwens sowieso garantie tot krijsen. Al vanaf haar eerste levensweek. Alsof ik zou vergeten dat ik er twee heb - hallo stuwing - en alsof ik zou vergeten om haar te voeden.

Hoe dan ook: in Baby herken ik veel van Kleuter. Kleuter was dus vroeger in zijn babytijd ook zo subtiel, maar dat zagen we niet. Met als gevolg dat hij lawaai moest maken om wel gezien te worden of omdat wij - met alle goede bedoelingen natuurlijk - gewoon keihard over zijn babygrensjes waren geparadeerd. Arm kind.

Inmiddels is Kleuter een grote, stoere, ondeugende en super gevoelige Kleuter. Hij huilt nog altijd. Daar hebben we nu gelukkig (!) ook een ondertiteling bij, verzorgt door Kleuter zelf. We hebben tot in den treuren met hem gepraat over ons intense gevoelsleven. Dus niet alleen blij, maar ook euforisch of gewoon vrolijk. Niet alleen verdrietig, maar ook teleurgesteld, boos, gekwetst of machteloos. Dat lijkt wat veel voor een kleuter.

Al die emoties zijn zeker veel voor een Kleuter en zeker als er maar één weg naar buiten is: door de tranen! Wij kunnen dat als volwassene al amper bevatten, laat staan dat je net komt kijken op deze wereld en gewoon even moet dealen met dat hele kleurenpalet aan emoties. Wat een gedoe. Ik zou daar ook van moeten huilen. Kleuter wordt ook wel eens heel boos als ik hem vraag te benoemen wat hij voelt: 'Ik praat nooit meer tegen jou!'

Kleuter koelt af. Dat doet hij het liefst in zijn eentje. Daarna komt hij terug. Hij kruipt op schoot. 'Mamma, ik was gewoon heel erg verdrietig. Ik schreeuw, maar ik ben niet boos. Ik vind het gewoon zo jammer en daar word ik echt heel verdrietig van.'

Daar klopt mijn hart nou sneller van. Wat geweldig dat je zo kan benoemen wat je voelt! Daar kan menig volwassene nog wat van leren.