zaterdag 7 april 2018

De Norm


Toen ik nog een peutertje was, gaf mijn moeder mij een boek aan. Op de kop. Ik draaide het recht. Boeken horen namelijk niet op hun kop. Dan kun je niet lezen wat er staat. Over mijn taalontwikkeling hoor ik jaarlijks op mijn verjaardag nog mooie anekdotes. Piramide. Verkeerslicht. Verzin het! Ik ben de oudste thuis, dus wat ik doe is voor mijn ouders de norm.

Ik ga naar school. In groep vier lees ik op AV niveau 9. In groep acht struin ik de bibliotheek in Zevenaar af naar boeken van Sigmund Freund. Al snel kom ik tot de conclusie dat ik het werk van zijn leerling Carl Gustav Jung veel interessanter vind. Ik ben nog steeds de norm. Er is niemand (bij mijn weten) die zich afvraagt of dit daadwerkelijk de norm is en ik neem het gewoon aan. Ik voel me wel een beetje anders. Ik begrijp de wereld niet zo goed. Vooral niet hoe mensen met elkaar omgaan.

De middelbare school vind ik nog lastiger. Ik weet niet hoe ik moet leren. Ik weet niet hoe ik mijn huiswerk in mijn agenda moet schrijven. Ik weet alleen dat ze hebben gezegd dat wanneer je havo doet je altijd een punt hoger hebt dan wanneer je vwo doet. In de praktijk blijkt dat tegen te vallen als je niet daadwerkelijk hebt leren leren. Bovendien maak ik kennis met gierende hormonen en ik vorm een – ontzettend sterke en afwijkende – mening over de maatschappij.

Ik wil naar de kunstacademie. Daarvoor leg je een portfolio aan en dan bepalen ze elk half jaar wat je vooruitgang is. Ze bekijken je werk en hebben er commentaar op. Ik durf niet. Klotsende oksels, alleen al bij het idee! Dat kan ik nooit. Ik kan wel een beetje tekenen hoor, maar anderen zijn veel beter. Mijn portfolio hang ik aan de wilgen en ik kom na wat omzwervingen via Nijmegen in Deventer terecht. Daar woon ik op mijzelf. Ik werk 32 uur naast mijn fulltime studie. Voor mij is dit de norm.

Na mijn studie solliciteer ik bij Stichting MEE in Arnhem: ‘Ben jij wel eens getest op hoogbegaafdheid?’

Ik weet niet wat ik hoor. Ik? Koekoek! Wat denk je zelf? Ik heb maar HAVO gedaan… Zo slim ben ik echt niet. Oké, ik kan dingen wel goed onthouden. Vooral telefoonnummers, adressen, namen, plaatsen, gebeurtenissen, maar da’s gewoon een goed geheugen. Ik ben niet hoogbegaafd. Bovendien kwam ik hier voor een sollicitatie en niet voor een diagnose. Ik ben nooit bij MEE begonnen.

Mijn zoon is een dreumes. Hij praat nog niet zo goed. Hij laat de kraamverzorgster zien waar alle spullen in huis staan wanneer ze de vaatwasser uitruimt. Eerst gelooft de kraamverzorgster het niet. Daarna blijkt het toch allemaal te kloppen. Hij begrijpt haar echt! Het verbaast ons, maar ja, het is ons eerste kind, dus wat zoon doet is voor ons de norm.

Zoon gaat naar school. Na twee weken roept Juf ons bij haar: onze zoon maakt zich de stof wel heel gemakkelijk eigen. Zou de Plusklas wat voor hem zijn? Het wordt zoon te veel. Zodra mensen wat van hem verwachten vindt hij het spannend. Hij hangt zijn motivatie aan de wilgen en besluit zich te voegen naar de norm. Wat moet voor groep één doet hij. Geen werkje meer. Pas als Juf zegt dat hij óók groep twee is komt er schoorvoetend een weektaakje bij.

Zoon zegt ‘ik kan lezen in mijn hoofd’. Wanneer we aan hem vragen om het te laten horen, haakt hij af. ‘Ik kan het echt hoor!’ Zo gaat het een paar maanden door. We installeren een spelletje op mijn telefoon. Ik selecteer groep drie. Taal. ‘Laat maar zien, jongen.’ Zoon gaat aan de slag. Verrek. Hij kan lezen.

Vanaf daar gaat het balletje rollen. Aangezien zoon behoorlijk koppig, intens, autonoom, wilskrachtig en temperamentvol is hebben we zowel regulier als alternatief hulpverleningsland bewandeld vanaf zijn geboorte tot aan nu. Soms blijkt er echt wat te zijn, zoals een vastgeslagen wervel in zijn onderrug. Soms is er niets en moeten we weer verder zoeken. We krijgen steeds meer het vermoeden dat onze norm wat anders ligt dan bij anderen. Maar ja, dat toegeven… Lastig hoor.

Inmiddels moeten we wel. Onze zoon wijkt af van de norm en heeft daarbij hulp nodig. Het heet een ontwikkelingsvoorsprong. En ja mamma, jij bent ook echt hoogbegaafd.

Schoorvoetend neem ik het aan. Misschien eerst maar eens wat lezen. Hoogbegaafd. Weet je dat ik daar wat van vind? Ik ben geen Down, ik ben geen Borderline, ik ben geen ADHD, die dingen héb je. Ik heb dus ook hoogbegaafdheid. Naast dat ik daar wat van vind, vind ik ook wat van de benaming. Hoog. Alsof je beter bent. Ik ben niet beter. Mijn zoon is ook niet beter. Alle mensen zijn gelijk en we hebben allemaal onze kwaliteiten, maar om jezelf te vereenzelvigen met een bepaalde hersenstructuur vind ik een lastige.

Ik ga in de rouw. Om dingen die ik heb laten liggen. Om dingen die ik heb ervaren zoals ik ze heb ervaren en die dus niet volgens de norm waren. Dingen die ik heb ervaren omdat mijn hoofd daar dingen mee deed. Alles is namelijk intenser, maar wist ik veel. Ik dacht dat het de norm was. Of eigenlijk voelde ik wel dat ik niet helemaal in de norm pas, maar waar dan wel?

Alles gaat snel bij mij. Niet alleen de informatieverwerking dus klaarblijkelijk, maar ook de manier waarop ik verwerk. De rouw wordt boosheid, want liever was ik als alle anderen en liever had ik een zoon binnen de norm. Daarna word ik boos omdat er zo betrekkelijk weinig geregeld is voor kinderen die op deze manier afwijken van de norm en dat ik steeds moet uitleggen dat het geen luxeprobleem is. Mijn kind is niet slim. Ik ook niet. Onze hersenen werken fundamenteel anders en omdat mijn zoon op dit moment mee moet met een norm – die regulier basisonderwijs heet – heeft hij daar verrekte veel last van.

Inmiddels zit ik in een soort stilte. Ik dobber wat in mijn rubberbootje op het meer dat omringt is door enorme bergen. Bergen die me het zicht versperren. Ik heb geen idee wat erachter ligt. Ik moet zélf roeien, maar daar ben ik eigenlijk te moe voor. En te bang. Ik weet niet wat er achter de bergen ligt. Als er één ding onlosmakelijk verbonden lijkt met hoogbegaafdheid dan is het wel faalangst. Oh wat voel ik die. Als toen ik naar de kunstacademie wilde en niet ging.

Waarom deel ik dit? Dat vind ik best spannend eigenlijk. Er is ook een beetje faalangst. Er kleven zoveel vooroordelen aan hoogbegaafdheid. Het is een hype lijkt het. Ik begrijp het niet, die hype. Alsof het een luxe is. Ondanks dat het heel veel mooie facetten heeft die ik inmiddels goed weet te benutten – daarom lees je onder andere mijn blogs – lijden wij eronder. Als gezin. Het is intens, alles is anders en je moet steeds maar uitleggen dat het écht anders is en dat een soort van ‘standaardoplossing’ niet werkt. Ik heb inmiddels ook wat ouders ontmoet wiens huwelijk niet bestand is gebleken tegen het natuurgeweld dat gepaard kan gaan met diezelfde hoogbegaafdheid.

Hoe dan ook. Ik ben ooit gestart met schrijven om taboes te doorbreken. Bij dezen.

---

Voetnoot:

Uiteindelijk maakt het natuurlijk helemaal niet uit wat je labeltje, verklaring of stempeltje is. Ik heb gemerkt dat het adem kan geven om te weten wat de verklaring is voor je gevoelens, je gedrag en het constante zoeken naar aansluiting, terwijl je die maar weinig écht vindt.

Een label is een verklaring. Geen excuus. Geen tent of grot waarin je je kan verschuilen en waar je kan gaan zitten zwelgen. Vanaf de verklaring begint de erkenning, de verwerking en de blijvende strijd met de buitenwereld, omdat die niet ineens anders zal wezen.

Het geeft richting aan je weg. Een soort vage routekaart waardoor je iets beter weet hoe je je eigen pad kan vervolgen, zonder telkens weer in een klif te storten of tegen een bergwand te stuiten.

Ik hou niet van etiketjes. Ook niet op flesjes bier trouwens. Uiteindelijk gaat het om wat er in zit.

2 opmerkingen:

  1. Wat een mooi stuk, wat goed dat je dit schrijft. Vervang het woord hoog begaafdheid voor hoogsensitief & strong willed en het is mijn verhaal.....

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel voor je complimenten! Ik geloof inderdaad ook dat het op heel veel 'labeltjes' van toepassing is. Wat dat betreft zie ik ook de vergelijking met het werk dat ik nog deed voordat ik moeder werd.

      Verwijderen