maandag 26 februari 2018

Het is een fase

Ik geloof dat mijn oudste een jaar of anderhalf was toen er op Facebook een berichtje circuleerde waarin stond: 'Het is een fase, het is een fase, het is een fase, het is een fase, het is een monster, het is een fase, het is een fase.'

Treffender had het op dat moment niet kunnen wezen. Ik weet wel wat van fases, maar eerlijk gezegd voelt het eerste anderhalf jaar met een nieuw gezinslid als één grote fase. Soms vraag ik me af waar ik toch aan begonnen ben en waarom ik toch geluisterd heb naar die oerroep van de natuur. Net op het moment dat ik denk dat het allemaal gemakkelijk gaat worden - de baby loopt tenslotte - blijkt het nog een graadje erger te kunnen. Die ex-baby heeft namelijk een eigen willetje van heb ik jou daar en trekt een sprintje, zonder ook maar één keer om te kijken. Té veilig gehecht, noem ik dat. Blind vertrouwen dat je moeder er is als vangnet, ook al staat ze vijftig meter bij je vandaan.

Waar het bij de oudste nog een fase was waar we doorheen kabbelden - en waar ik ook nog wat minder over weet (verdrongen heb) omdat ik hartstikke zwanger was van de tweede - lijkt het bij diezelfde tweede alsof er een nieuw wezen in mijn mooie, lieve meisje is gekropen. Van de ene op de andere nacht is ze geen schattige dreumes meer. Af en toe kijkt ze als een ork en gilt ze als Gollem om de ring. Alleen dan om een appel die niet door de helft is gesneden, maar in twee stukken. Of de banaan die ik in plakjes van twee centimeter snijd, terwijl ze drie centimeter moeten zijn.

Het kan nooit goed en het moet altijd anders en dan wel zo subtiel anders dat ik echt geen flauw benul heb waar het om gaat. Dan ben ik toch echt wel perfectionistisch aangelegd en heb ik een behoorlijk kritisch oog voor detail. Misschien presteer ik beter wanneer ik de situatie rustig en doordacht kan beoordelen. Rustig - met gillende en hysterische dreumes op de achtergrond - en doordacht - met ont-zet-tend slaapgebrek... Ik weet het niet hoor. Het moet soms uit mijn tenen komen.

Peuter is moe en ze vraagt of ze mag slapen. 'Natuurlijk, ik breng je naar bed.' Dat is een rode knop: 'Nee, niet naar bed! Ik wil niet slapen!' Duidelijk... Ik had moeten weten dat ze liever op de bank slaapt. Nooit invullen voor een Peuter, maar altijd doorvragen totdat je het zeker weet. Zonder suggestieve vragen. Heb ik toch nog wat aan mijn opleiding.

'Wil je dit laatste hapje yoghurt ook nog hebben?' Ai... Ik zie dat ik deze vraag nooit en te nimmer had mogen stellen. Haar ogen worden groot. Ze kijkt in haar bakje. Ze was zo heerlijk aan het smullen en aan het lepelen dat ze niet doorhad dat het nu al op was... Tranen met tuiten. De lepel - met resten yoghurt - vliegt over tafel. Het bakje - met net genoeg yoghurt om er een zooi van te maken - belandt omgekeerd op de vloer en dreumes heeft in die korte tijd yoghurt over haar handen, haren en gezicht weten te smeren.

Dan het tafereel waar ik me telkens weer over verbaas. Dit doet zich elke dag voor, omdat we dagelijks de deur uit gaan. Soms met iets meer tijdsdruk, al ben ik nog steeds in de stellige modus dat ik nooit meer wil haasten.
Ik: 'We gaan zo weg. Trekken jullie je schoenen en jas aan?'
Kind 1 rent naar de bijkeuken om de schoenen en de jas te pakken.
Kind 2 rent naar elke andere willekeurige plek in huis om zich daar te verstoppen of ineens een studie kruimelkunde te beginnen.

Ik: 'We gaan eten! Komen jullie aan tafel?'
Kind 1 sprint verwachtingsvol naar de eettafel en neemt plaats.
Kind 2 is meer getraind in deze situatie en werpt eerst even een blik in de pannen. 'Waarom hebben wij geen zuurkool?'
Ik: 'Dat wilde jullie niet vandaag toch? Ik heb broccoli gemaakt.'
Kind 2 begint te nukken dat hij geen zuurkool heeft.
Ik: 'Wil je wel zuurkool?'
Kind 2: 'Nee.' En hij eet nog net zijn bord niet bij de rest van zijn eten op.

Zo zijn er talloze en talloze situaties waarvan ik inmiddels had verwacht dat ik er een zekere oefening mee zou hebben. Zeker na ze toch al twee keer intens te hebben doorleefd. Dat ik zou weten hoe ik in elke willekeurige fase moet reageren om het allemaal zo lekker gemoedelijk te laten verlopen in huis. Zoals het lijkt te verlopen bij al die andere jonge gezinnen. Toch weet ik telkens weer de rode knoppen van mijn - zij het ernstig verbaal-gevoelige - kinderen te vinden en verloopt het hier dan iets minder gemoedelijk.

Ik heb van die dagen dat ik me zelfs niet meer kan inleven in mijn kinderen. Met alle goede bedoelingen van de wereld heb ik geen enkel idee hoe ik ze door deze turbulente tijd heen kan helpen. Ik kan er met mijn volwassen-mensen-verstand niet meer bij. Als ik de roze beker pak, dan begint Peuter te gillen om de paarse beker. Als ik de paarse beker pak dan begint Peuter te gillen om een roze beker. Als Kleuter de tafel dekt, pakt hij de paarse beker voor zichzelf - zodat Peuter begint te gillen - en neemt hij de roze beker voor Peuter mee. Peuter wil geen roze. Peuter begint te gillen. Peuter wil geel. Spontaan hoeft Kleuter de paarse beker ook niet meer, zet die alsnog bij Peuter neer die daar dan toch ook wel weer erg vrolijk van wordt en uiteindelijk zitten we dan toch - zij het met suizende oren en uitgeput van deze veldslag - gemoedelijk aan tafel.

Baby heeft wat dat betreft een wat duidelijkere fase. Ze reageert op alles dat er uit ziet als eten, alsof ze in geen weken heeft gegeten. Het aantal decibel staat gelijk aan het aantal minuten dat het volgens haar geleden is dat ze daadwerkelijk heeft gegeten. Wanneer ze het er niet mee eens is, is het 'nee, nee, nee, nee, nee' - want ik ben tien maanden en ik zeg 'nee' (?!) En wanneer het haar wel kan bekoren klapt ze in haar handjes. Het liefst met voedsel tussen die kleine handjes, want pureren door je tandeloze mond is natuurlijk zonde als je daar ook een mooi paar handen voor hebt gekregen van Moeder Natuur. Dat handjes klappen vinden die andere twee trouwens ook erg leuk, dus als Baby huilt dan kletsen er ineens twee paar handen ritmisch tegen elkaar aan in de vurige hoop dat Baby zo stopt met huilen.

Dat eindeloze gehuil af en toe. Ik vraag me af of iedereen daar mee te maken heeft of dat onze kinderen gewoon een extra hit hebben op het 'ik maak het liefst heel veel lawaai'-gen. Humor zit er trouwens ook wel in. In overvloed. Kleuter is inmiddels in de fase belandt dat alles een grapje is. Hij baalt er alleen van dat zijn moeder niet hetzelfde gevoel voor humor deelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten