dinsdag 31 juli 2018

Oorsprong

Ik zit er een beetje mee. Nadat de oudste weer boos de kamer uit stampt, omdat hij vindt dat we dan 'gewoon een nieuwe kopen' besef ik me dat ik wellicht wat nalaat. Nalaten als in niet-doen en niet als in kennis-erbij, zodat mijn driftige zoon later een weldenkende, functionerende volwassen man is.

Dankbaarheid. Besef dat dingen ergens vandaan komen. Dat iemand er moeite voor gedaan heeft. Dat jij daar nu van kan profiteren.

Ik besluit het te testen en begin direct met een moeilijke: waar komt chocolade vandaan?
'Uit de winkel.'
Oké... Ik heb hier inderdaad nog wat te doen.

Ik leg mijn oudste uit - die direct gefascineerd luistert en waarvan zijn hersenen direct op volle toeren draaien - dat chocolade uit een ver land komt. Dat er cacaobonen, cacaoboeren en chocoladefabrieken zijn. Dat daar mensen werken, dat er vrachtwagens rijden, dat er schepen varen en dat er vliegtuigen vliegen. Dat het niet alleen cacao is, maar ook een beetje suiker.

Het heeft effect, want Kleuter begrijpt direct dat suiker niet uit de winkel komt.
'Groeit dat aan een boom? En dan klontjes? Of...?'
Samen kijken we een filmpje op YouTube over suikerbieten, suikerriet en suikerboeren. Over suikerfabrieken en over alle mensen die daar werken en de vrachtwagens die er naar toe en vandaan rijden.

'Mam... Er zit toch ook papier om chocolade? En dat glimmende, wat is dat?'

We pluizen samen de hele reep uit aan ingrediënten en hun oorsprong. We kijken filmpjes over papier, bomen, water, alles wat nodig is om te zorgen dat die reep zo ligt in onze koelkast zoals 'ie daar ligt.

Dit was een aanzet voor mij om het vaker te doen. Mijn kinderen zijn geen makkelijke eters. De eerste vraag is waar het van gemaakt is en de tweede opmerking is dat het er gek uit ziet. Kleuter begint, Peuter imiteert en Dreumes zit met een nors gezicht en haar armpjes over elkaar te doen wat ze denkt dat je hoort te doen bij elke maaltijd.

Het uitleggen werkt, want eten krijgt ineens een heel andere lading. Er blijkt een proces aan vooraf te gaan en die lieve boodschappenman komt niet naar eigen inzicht bepalen wat hij deze week gaat brengen. Er blijken mensen bij betrokken, mensen die misschien ook wel kindjes hebben. Kindjes die net als mijn zoon graag eens even bekijken waar pappa nou dag in dag uit mee bezig is. Kindjes die pappa en mamma graag helpen, ook als het pappa en mamma helemaal niet uitkomt.

Zo vanzelfsprekend als het is: de kleding die je draagt, het eten dat je eet, de spullen die je gebruikt, de nieuwe bril die je uitzoekt bij de opticien. Zo vanzelfsprekend is het dus niet dat je kinderen daadwerkelijk begrijpen waar het vandaan komt. Ik besef mij dat ik het zelf ook niet van alles in huis weet. Ik kom een eind hoor, want we hebben veel natuurlijke materialen en da's natuurlijk makkelijk, maar eigenlijk weet ik helemaal niet waar dat teiltje vandaan komt waarin ik nu lekker mijn voeten zit te koelen.

We hebben hier dus een nieuwe missie. Het triggert de nieuwsgierigheid van ons allemaal en de gesprekken die er uit voortvloeien zijn voor iedereen leuk. Zo hoop ik de kinderen echt wat na te laten, want dat vogels dood kunnen gaan van plastic en dat mamma daarom anti-ballon is, dat herhalen ze braaf. Maar écht begrijpen en bewustwording creëeren. Da's natuurlijk een prachtige nalatenschap die je door de drukte van alledag toch zomaar kan nalaten na te laten.

woensdag 11 juli 2018

Groeien

Dat het moederschap een kwestie van groeien is, dat ervaar ik al vrij snel na de geboorte van onze oudste. Steeds denk ik dat ik er ben: nu heb ik de balans gevonden tussen privé, werk, mamma zijn, mamma voelen en ook nog een beetje tijd voor mezelf.

Eigenlijk kom ik steeds van een koude kermis thuis. Helemaal thuis blijven bij de kinderen is in eerste instantie geen optie. Ten eerste ben ik het niet gewend en ten tweede is dit ons eerste kind en heb ik er mijn handen vol aan, maar eigenlijk ook helemaal niet. Ik ben veel drukker met het inrichten van ons nieuwe leven als gezin. Achteraf gezien dan hè.

De overgang van één naar twee kinderen gaat voor mij bijna vlekkeloos. Natuurlijk is de bevalling een bloederige bedoeling en natuurlijk loop ik nog een half jaar met melkvlekken in mijn shirt, maar ach. We hebben al een ritme en dat is erg fijn. We vinden zelfs de tijd om ons huis veel sneller dan verwacht te verkopen en daarmee mijn schoonouders bijna een rolberoerte te bezorgen, omdat wij in hun huis gaan wonen en zij dus ineens sneller dan verwacht een nieuw onderkomen moeten vinden.

Dan de derde. Ja ja. Die doen we er niet even bij. Ik heb al zo'n donkerbruin vermoeden wanneer ik met acht weken zwangerschap al snikkend en snotterend aan de eettafel zit. Mijn lieve man onderschat ook deze keer weer de kracht van de gierende hormonen en heeft het aanrecht niet opgeruimd. Ik raas iets over verantwoordelijkheid nemen voor zijn daden en zorgen dat hij het toch allemaal beter op orde krijgt, want straks lig ik weer een paar weken plat en dan moet het huishouden toch gewoon doordraaien. Onoverkomelijk. Zo'n vuil aanrecht.

Met 32 weken zwangerschap - die ik tot dan toe eigenlijk niet eens echt als zwangerschap heb ervaren want ik kan maar doorgaan en doorgaan - is het genoeg geweest. De Dieuw - zoals ik onze baby liefkozend noem - drukt me plat op de bank. Een onverklaarbare hoge bloeddruk, die overigens twee weken later even onverklaarbaar weer daalt naar perfecte waarden. Die twee weken zijn genoeg voor mij om mijn werk neer te leggen. Ik bedoel. Te minderen. Iets minder. Gewoon even kijken wat ik nog wel kan. Af en toe. Ik weet dat ik iets te leren heb over grenzen stellen, maar eigenlijk ben ik er nog niet aan toe. Achteraf gezien.

We hebben een prach-ti-ge bevalling. Natuurtechnisch ben ik net een aap, want ik sta even stil, ik baar en ik kan weer verder. Natuurlijk steken natuur en karma daar in goed overleg met elkaar een stokje voor, want ze weten hoe de vork in de steel zit en aangezien ik nog heel veel moet leren over grenzen, onthaasten en in het moment leven, drukt karma me met De Dieuw op de bank. Acht lange weken. Achteraf gezien was dat slechts het begin.

Ik werk steeds minder. De Dieuw vraagt namelijk 24/7 zorg, onze oudste blijkt er één met een 'etiketje' en eigenlijk hebben alledrie de kinderen - verrassend genoeg - echt heel erg veel behoefte aan hun moeder. Nou vertel ik dat elke klant en later in september ga ik er ook over schrijven. Ik draag datgene uit wat ik hier thuis zie en toch ook niet helemaal. Ik blijf maar zoeken naar een balans tussen privé, werk, mijn eigen carrière, datgene wat de natuur van me vraagt als moeder en ergens achterin nog iets van tijd voor mezelf.

Ik heb het gevonden. Het is een lange weg geweest met heel veel groeistuipen, gloriedagen en bijbehorende groeipijnen. Daarvan maak ik jullie ongetwijfeld in de toekomst nog deelgenoot, want wat een rijkdom aan ervaringen, stof tot nadenken en verschrikkelijk mooie overpeinzingen heeft dat opgeleverd. Mijn hoofd zit vol met vuurwerk en eureka's.

Het mooie van mijn vondst is tevredenheid met de situatie en voldoening. Trots dat ik het kan zien - na een beetje een pijnlijke lijdensweg wel hoor - als rijkdom en niet langer als falen. Balans. Stevigheid en natuurlijk bijbehorende rugpijn, hoofdpijn en mopperbuien, want dat hoort er óók bij als je keuzes maakt en alle ballast los laat.

De knoop is doorgehakt. Ik ben 'alleen maar' mamma. Een baken voor mijn kinderen, de drijvende kracht achter het bedrijf van mijn man. De allerbelangrijkste taak die er bestaat op de hele wereld. Wie kan onze kinderen beter onder haar vleugels nemen dan hun bloedeigen moeder? Ongetwijfeld zullen ze later mopperen dat ik te streng ben, omdat ik spek geen avondeten vind en ze elk half jaar mee moeten naar de controle van de tandarts. Ik neem het voor lief. Met liefde.

En ik blijf uiteraard schrijven, want dat kan en wil ik niet loslaten.

maandag 2 juli 2018

Tijd

Dag na dag kom ik nieuwe onderwerpen tegen om over te schrijven. Dag na dag maak ik voornemens om het op te schrijven of in elk geval voor een tijdje te onthouden, want het is zo zonde wanneer het verloren gaat. Het gaat verloren. Samen met de tijd tikken mijn gedachten weg en zoeken ze een fijn laatje op in mijn bovenkamer, aangezien het aan tijd ontbreekt om het uit mijn hoofd op het beeld te tikken.


Die tijd. Er zijn zoveel dingen die ik me nooit had kunnen voorstellen toen ik nog geen moeder was. Wat konden we steunen en kreunen, omdat we tijdgebrek hadden. Wat is dat in retrospectief toch een lachertje. Datzelfde lachertje ervaren we ook wanneer we opschakelen van één naar twee kinderen, van twee naar drie kinderen en van drie kinderen naar drie kinderen plus kat. Ik ben me er heel bewust van dat die moeders met vier kinderen of meer over mij kunnen denken 'Ach, wat schattig. Ze denkt dat ze het druk heeft.'

De tijd gaat soms sneller dan dat ik hem kan invullen. Het lijkt vaak alsof er nog heel veel dingen moeten, zoals wassen, koken, de zoveelste poepluier verschonen of de zoveelste keer de snottebellen van de ramen afvegen. Een bult zand onder je blote voeten, terwijl je nog geen kwartier geleden de stofzuiger hebt opgeborgen. Een bult was in de badkamer, terwijl je een uur geleden echt dacht het laatste wasje te draaien van vandaag. Of die ene achterblijvende pan op het fornuis, terwijl je ervan overtuigd was dat je echt alle vaat hebt opgeruimd.

Er zijn een paar factoren die invloed hebben op mijn tijdsbeleving.

Ten eerste helpt het wanneer ik goed geslapen heb. Dagen die volgen op nachten die op dagen leken wat betreft inspanning zijn per definitie dagen waarop ik tot een uur of elf in de ochtend humeurig ben. Twee koppen koffie doen hun werk allicht, maar ook dat is natuurlijk geen levenselixer of wondermiddel. Wanneer ik goed geslapen heb - dat gaat in dezen over kwaliteit en niet over kwantiteit - dan kan ik bergen verzetten. Da's dus mooi handig voor die bult zand of die bult was.

Ten tweede helpt het wanneer de kinderen een goed humeur hebben. Een hangende baby kan ik wel aan. Die hang ik op mijn rug of hang ik een keer extra aan de borst. Daar vaart ze wel bij en dan valt het overige gehang vaak wel mee. Een hangende peuter-puber is al een ander verhaal. Peuter gaat recalcitrant chagrijnig zitten kijken - met haar zwartbruine kijkertjes onder gigantische wimpers - met haar armpjes over elkaar heen geslagen en haar onderlip in een vakkundige pruil. Geen reactie van mamma betekent dat er geprikt gaat worden: mamma achter de voeten lopen, aan mamma hangen, om alles huilen, om alles schreeuwen, aan mamma hangen terwijl je om alles huilt of schreeuwt en als dat niet werkt dan ga je schreeuwend en huilend aan een inmiddels schreeuwende - en soms huilende - mamma hangen.

Ten derde is het belangrijk hoeveel kwalitatieve 'ik-tijd' ik de afgelopen periode heb gehad. Staat het licht op groen, dan heb ik een opperbest humeur. Staat het licht op oranje dan hou ik het nog wel even vol, maar wanneer ik het idee heb dat ik alleen maar opgeslokt wordt door de bulten en bergen van het moederschap en het bijbehorende huishouden... Bah!

Tijd blijkt ook maar relatief. Ik kan snakken naar tijd voor mezelf, terwijl ik de hele middag op mijn kont in de tuin heb gezeten. Ik kan opzien tegen die bulten en bergen was, terwijl ik het met een dagje helemaal heb weggewerkt. Ik kan uitstellen als de beste wanneer ik te veel en te vaak en te lang op mijn telefoon zit te pielen. Scrollen door Instagram. Scrollen door Facebook. Hier even reageren. Daar even reageren. Nog een keer scrollen. Nieuw berichtje. Hopsakee. Daar had ik ook nog een mening over en ik vind het ook wel netjes om te reageren op het bericht waarin ik ben getagd.

Tijd. Mijn telefoon eet tijd. Meer dan wat dan ook merk ik dat mijn telefoon niet alleen de eigen accu leeg slurpt, maar ook mijn tijd weg slurpt. Heel even gaat het nog wel, maar als je de grens eenmaal over bent, tikt er zo een half uurtje of een uurtje weg. Al die kleine ogenblikjes bij elkaar, even kijken, even reageren. Ze vormen samen een flinke bult of berg die je maar zo anders had kunnen besteden.