Dat kleine woordje is toch wel van essentieel belang
gebleken al sinds dat ik wist dat ik moeder werd. Tijdens alle levensfases van
mezelf en van mijn kinderen blijkt dat ik nóg meer aan kan dan ik dacht en dat
ik nóg inventiever ben dan dat ik tot aan dat moment voor mogelijk had
gehouden.
Eerst veerde ik op uit mijn stoel met de positieve
zwangerschapstest in mijn hand: zwanger! De veerkracht van mijn lijf wordt gedurende
de zwangerschap letterlijk getest door het groeiende wezentje in mijn buik dat ook
naar hartenlust heen en weer veert. Of springt. Of danst. Of poogt er via mijn
navel uit te breken. Uiteindelijk zegt mijn zoon altijd, wanneer ik hem vertel
dat ik ben ingeleid vanwege voortijdig gebroken vliezen: ‘Mamma, ik had een
trampoline in het zwembadje in je buik en toen sprong ik veel te hard en toen
was het badje lek.’ Die vliezen bleken dus niet zo veerkrachtig.
Het enige dat ik over de bevallingen wil delen is dat ik
tijdens de bevallingen een gebrek aan veerkracht heb ervaren. Dat hoort er
overigens gewoon bij, vertelde de verloskundige me later. Tot drie keer toe heb
ik mijn man verzocht om nu toch echt die vasectomie uit te laten voeren. Dat ik
uiteindelijk toch wel bijzonder veerkrachtig bleek had je me tijdens de
bevalling niet hoeven wijs te maken. Ik bleek letterlijk geen ‘letsel’ te
hebben en ik bleek figuurlijk toch weer de moed te bezitten om nog een
zwangerschap aan te gaan. (Drie vind ik trouwens echt wel voldoende).
Dan is er je eerste baby. Wow… Vanaf dat moment (la)veer je
mee met het ritme van je baby. Koos je eerder nog voor jezelf, nu is er altijd
dat wezentje dat compleet van je afhankelijk is. Het is dus mamma (of pappa) op
de tweede plek en maar meeveren geblazen met dat heerlijke kleine wezentje. Dat
is best vermoeiend en ingrijpend! Je zal de eerste niet zijn die met wallen tot
onder haar oksels op de bank tegen haar partner briest: ‘En NU wil ik tijd voor
MIJ!!’ Om vervolgens weer compleet weg te smelten bij die prachtige kijkers van
je baby en te doen wat er van je verwacht wordt: voeden, verschonen en
liefkozen. Als dát geen veerkracht is weet ik het ook niet meer!
Vervolgens wordt die baby ouder en waar je – zonder kinderen
– altijd zei: ‘Nou, dat zal mij echt niet overkomen’, blijkt ook jouw kind
graag op de vloer van de supermarkt of de HEMA te gaan liggen krijsen wanneer
het te moe / te hongerig / te peuter is. Ben je er net aan gewend dat je baby
enigszins te voorspellen is, komt de natuur aan met zoiets als een PeuterPuberteit.
Die tweede van ons deed trouwens ook aan een PréPeuterPuberteit.
Zo’n peuter is een wereld op zichzelf. Ze ontdekken alles.
Echt álles. Niet in de minste plaats zijn zij diegenen die ook over een flink
staaltje veerkracht moeten beschikken. Het ritme van de dag, de nukken van je
moeder, de bevliegingen van je moeder en dan ook nog eten waar je helemaal geen
trek in hebt, omdat je gelooft dat je op een dieet van enkel pepernoten ook
prima groot kan worden.
Als ouder is het voor mij eindeloos meeveren met mijn
peuter. De oudste is wat betreft intensiteit een schim vergeleken met de
tweede. Denk je het allemaal wel een beetje door te hebben en leef je in de
veronderstelling dat ‘het echt niet erger kan’, blijkt de combinatie van het
DNA van je partner en jou toch nog meer variabelen te hebben dan alleen
haarkleur en kleur van de ogen…
De schone taak voor mij als moeder ligt in het meeveren met
mijn peuter en mijn peuter leren hoe dat meeveren nou eigenlijk in z’n werk
gaat, want een driftbui om een roze in plaats van een paarse beker is nog
aandoenlijk op je 2e, maar zou toch wat dubieus zijn op je 20e.
Dan groeit en ontwikkelt je kind door tot zoiets prachtigs
als een kleuter. Een eigen – sterke! – wil en een compleet andere visie op de
wereld dan die van mamma en pappa. Mamma weet nog altijd alles, maar de juf
weet het beter. De eerste opdracht in het tonen van immense veerkracht als
moeder is überhaupt het loslaten wanneer je kind voor het eerst naar de
basisschool gaat. Dat doorknippen van de navelstreng was peanuts vergeleken met
de eerste dag basisschool. Die veerkracht wordt dan nog eens extra op de proef
gesteld wanneer je kind vriendjes uitkiest die niet in jouw vriendenboekje hadden
mogen schrijven en die je eigenlijk helemaal niet bij je kind vindt passen.
Uiteindelijk is het natuurlijk zijn of haar keuze en heb je het er maar mee te
doen als ouder. Het enige dat je kan doen is loslaten, meeveren en een beetje
bijsturen indien noodzakelijk. De urgentie van het bijsturen is trouwens ook
behoorlijk onderhevig aan wat veerkracht.
Voor mij stopt het bij deze levensfase al, want mijn oudste
is nog maar een kleuter. Ik kan me toch al verheugen op de veerkracht die ik
zal moeten aanboren voor een PréPuber of een Echte Puber. Dan later weer als er
vriendjes of vriendinnetjes in de picture komen. Misschien word ik wel ooit
oma. Ik heb nog wel wat te doen! Elke leeftijdsfase heeft zo z’n charmes en ik
vind het een voorrecht om dat allemaal te kunnen beleven.
Uiteindelijk is je eigen veerkracht als ouder ook heel leuk
om te ontdekken. Houd jij iets voor je kinderen bij? Vooral een dagboek is
ontzettend leuk om terug te lezen. Waar ik op sommige momenten nu denk: ‘Hoe
krijg ik het ooit voor elkaar?’ kan ik bij het teruglezen in de dagboeken voor
de kinderen bedenken: ‘Wow… Dat heb ik toch maar even mooi voor elkaar
gekregen.’
Veerkracht ten top!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten