maandag 2 oktober 2017

De baby

Ik zit achter de laptop. Baby van inmiddels alweer bijna een half jaar oud hangt onder mijn neus in de draagdoek. Terwijl ze daar zo hangt en heerlijk ligt te slapen, verspreidt ze met dat heerlijk ruikende bolletje golven en golven hormonen. Vooral oxytocine. Dat is mijn lievelingshormoon trouwens, omdat ik daar, zelfs op de dagen dat het écht niet wil, toch ontzettend rustig van raak. Wist je dat ik, wanneer ik in een mopperbui ben door ons andere loslopende wild, bewust even een flinke snuif neem aan het hoofd van Baby? Een ware guilty pleasure. Daar kan geen chocolade tegenop.

Baby staat garant voor creativiteit. Dag in dag uit. Het is een strijd tussen onze biologie, waarin die Baby gewoon 24/7 aan mamma vast hoort (in elk geval het eerste jaar) en tussen de westerse samenleving waarin ik al direct heel veel moet zonder Baby. Ik wil trouwens als gevolg van mijn cultuur ook direct weer van alles. Baby denkt daar vaak anders over en remt me af.

Met de grootst mogelijke voorzichtigheid leg ik Baby van mijn arm in de box. Ik zit ondertussen namelijk al een eeuwigheid met haar op de bank en hoe lekker en verslavend die oxytocine van haar hoofdje ook is: ik wil gewoon even bewegen! Het voordeel van de bevalling is namelijk dat je daarna van die buik verlost bent en je ook langzaam weer je lijf wat meer voor jezelf hebt. Of zoiets…
Het opstaan van de bank is succesvol. Ik voel me gespannen, maar ik voel ook de triomf. Ik verplaats mezelf richting de box. Ze blijft slapen. De triomf wordt groter. Ik leg haar neer. Geen geluid. Ik bevries, want stel je voor dat ik haar wakker maak. Ik trek mijn handen voorzichtig terug...
ALARM ALARM ALARM! Baby richt haar hoofd op en laat héél duidelijk weten dat ze het ten eerste onbeschoft vindt dat ik haar alleen leg. Hoe durf ik! Ten tweede is ze ook hoogst verontwaardigd dat ik haar wek uit haar heerlijke slaapje. Ik pak haar dus weer op. Zo plotseling als mijn trommelvliezen gepijnigd werden, zo plotseling hebben ze ook weer rust.
Als het trouwens wel is gelukt om Baby weg te leggen is er altijd wel een externe factor waardoor je nog geen 2 seconden van je triomf kan genieten. De telefoon, de deurbel, een enthousiaste bezoeker, het geblaf van de hond, een onverwachte nies, enzovoorts.

Op pad gaan met Baby is ook zoiets. Baby moet naar het CB. Waar je eerst gewoon in 10 minuten buiten stond is er nu altijd wel een door Baby zorgvuldig geplande interventie. Schone kleren aan is een garantie voor een grensoverschrijdende poepluier. Als die uitblijft hebben we ook nog het ‘mondje’ terug. Soms vraag ik me wel eens af wiens ‘mondje’ voor die opmerking is gebruikt, want ik geloof echt niet dat zo’n hoeveelheid in één ‘mondje’ past. Is dat allemaal achterwegen gebleven, dan kan Baby ook besluiten dat ze nú honger heeft. Met een hongerige Baby is er hier geen beginnen aan. Die is niet te foppen of te stillen op een andere manier dan met mijn borst. Overigens geeft ze de voorkeur aan puur natuur. Toen we wilden oefenen met een flesje keek ze ons net zo verontwaardigd aan als wanneer ik mijn man een bord vuilnis voor zou zetten. Een flelsweigeraar. Die hadden we nog niet in het assortiment.

Ik wilde ook wel weer werken. Daar heeft Baby geen boodschap aan. Het enige dat Baby wil is mamma. Nu, direct en zonder twijfel. Precies op het moment dat ik wat wil gaan doen voor mijn werk. Precies op het moment dat de oudste twee klaar staan om te vertrekken naar school. Of precies op het moment dat ik juist met diezelfde oudsten bezig ben, omdat ze buiten willen spelen, willen knutselen, een kopje thee willen of eigenlijk gewoon óók die fijne aandacht van mamma willen. Baby wilde überhaupt geen maxicosi, die we notabene alleen braaf in de auto gebruiken. Baby vindt zo’n stoel belachelijk. De oplossing bleek live vermaak: Baby zit in het midden en kan kijken naar broer en zus.

Wat Baby wil, dat moet ook direct moet gebeuren. De oudste was pittig, maar af en toe nog wel te foppen. De middelste was snel afgeleid. Die jongste… Die begint gewoon al te roepen zodra ze de stem van mijn man hoort. Komt pappa niet snel genoeg een kus brengen dan gaat het roepen over in een hoog gilletje. Komt hij dan nog niet (omdat vaders ook een soort uitknop hebben voor de stemmen van hun kinderen) dan laat Baby dat luid en duidelijk horen, totdat pappa het ook hoort (of mamma geïrriteerd roept dat pappa op moet schieten).

Het is wel grappig hoe mijn kinderen allemaal dezelfde ouders hebben en allemaal toch een totaal verschillend karakter. Bij de oudste zeiden een vriendin en ik tegen elkaar toen we in verwachting waren van de tweede: ‘Dat kan nóóit erger.’ Eh hè… Dat is gebleken. Die tweede is minstens zo temperamentvol. Waar de tweede hier tot aan anderhalf jaar echt ontzettend gemakkelijk was en dat daarna ruimschoots compenseerde, blijkt Baby in ieder geval al het eerste half jaar totaal anders aan te pakken.

Het is een heerlijk kind, die Baby. Ze maakt me bewust van alle kleine dingetjes waar ik door mijn werk als draagconsulent ontzettend veel over geleerd en gelezen heb. Dat was theorie en nu krijg ik door Baby ook de praktische onderbouwing. Dat maakt ook dat ik steeds minder snap van wat we als moeder allemaal al moéten terwijl Baby wil dat we aan haar hoofd ruiken. Ik werk voor mezelf, dus ik kan het zelf plannen en ik hang Baby tijdens het werk gewoon onder mijn neus in de draagdoek. Wat leef ik mee met al die moeders die deze vrijheid niet hebben.


Elke moeder verdient het recht om zo lang aan het hoofd van haar Baby te ruiken als ze wil. In ieder geval het eerste jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten