In een vorige Blog schreef ik al eens eerder dat het toch
niet zo kon wezen dat ik vanwege mijn haast, mijn kind haar drang tot autonomie
zou ontzeggen. Lees voor de letterlijke quote en de aanleiding voor die
opmerking ‘Ik Kan Het Zelluf’.
Dat zette mij natuurlijk weer aan het denken over andere
uitspraken die Peuter doet. In ons gezin heeft iedereen een functie waarvoor ze
nooit hebben hoeven solliciteren. Kleuter onderhandelt graag en spreekt ons
continue aan op ons gedrag. Hij is de Rechter. Peuter is een perfecte kopie van
ons gedrag. Zij is de Spiegel. Baby heeft in haar korte leven ook al een
prachtige functie bemachtigd: de Barometer. Ze geeft perfect weer wat de
luchtdruk in huis is.
Mijn lieve jonge Blommetjes vervulden hun functie die
doordeweekse dag ook weer met verve.
Ik sta te koken met Baby in de draagdoek op mijn rug. Peuter
zit te puzzelen aan de eettafel en Kleuter bouwt een supersonische tunnel voor
zijn vliegtuig. Ik blijf naar het fornuis gericht en vraag vriendelijk aan
Peuter of ze haar puzzel wil opruimen, zodat we de tafel kunnen dekken. Peuter
negeert me. Ik merk dat Kleuter zijn oren spitst en de situatie analyseert.
Baby slaapt lekker door. Uiteraard verandert de situatie niet, want waarom zou
je in één keer naar je moeder luisteren, ondanks de huisregel: we reageren
direct op elkaar. Misschien dat ik in een latere blog nog terug kom op de
geboorte van die regel trouwens.
Ik draai me om van het fornuis en vraag nogmaals aan Peuter
of ze haar puzzel wil opruimen, zodat we de tafel kunnen dekken. Peuter staart
nog strakker naar haar puzzel. Kleuter is inmiddels gestopt met spelen en houdt
de situatie goed in de gaten. Baby verlegt haar hoofd van links naar rechts en
zuigt fanatiek op haar speen.
Ik raak wat geïrriteerd. Baby opent één oog en mompelt wat.
Kleuter zit inmiddels als een stokstaartje overeind om beter overzicht te
hebben en als Peuter laserogen zou hebben, zou er nu een serieus gat in haar
puzzel en in de tafel zijn ontstaan. Ik herhaal mijn vraag, duidelijk articulerend
en Peuter aansprekend bij haar voornaam. Ze negeert me nog steeds, dus ik ga
over op de laatste keer vragen: met voor- én achternaam. Baby is wakker en
begint onrustig te hupsen.
Twee paar gitzwarte ogen schieten van de puzzel af en kijken
me strak aan. Een zucht. ‘Even wachten zeg ik toch!’
Als moeder heb je dan een keuze. Mijn instinct en eveneens
vurige karakter (dat hebben ze natuurlijk niet van een vreemde) willen met
gestrekt been in de situatie springen. Ik vind van alles van haar blik, haar opmerking
en het feit dat ze me tot drie keer toe compleet negeerde, om dan vervolgens
ook nog eens te reageren of ik hier de dove kwartel ben en haar niet heb
gehoord toen ze me vertelde dat ze haar puzzel af zou maken en ik even moest
wachten. Ik hoef niet lang te wachten, want daar springt de Rechter al in het
veld: ‘Hee! Jij hebt helemaal niet gezegd tegen mamma dat ze even moet wachten.
Hoe kan je dan zeggen toch?’
Peuter is verrast door deze verrassende verbale
overtuigingskracht en aangezien ze zelf verbaal iets minder ver is, maar wel
beschikt over uitstekende non-verbale kwaliteiten en een indrukwekkend aantal
decibellen, draait ze zich naar de andere kant van de stoel, maakt slaande
bewegingen met haar armen en gilt ‘NOUHOUHOUUUU’.
Goed. Een nieuwe situatie om op te anticiperen, want het is
duidelijk dat Kleuter gelijk heeft, alleen kan Peuter daar natuurlijk helemaal
niets mee. Die wil gewoon haar puzzel afmaken en vindt het schandalig dat ik
het alleen al durf te vragen om haar spel te onderbreken voor zoiets futiels
als eten. Wat ze waarschijnlijk toch niet lust. Of niet wil, omdat haar broer
het niet wil.
Eerst de aandacht even naar Kleuter. Ik stel hem gerust,
benoem dat hij gelijk heeft en dat ik me verder wel kan redden met Peuter. Hij
kan beter gaan spelen of beginnen met de tafel te dekken. Dat laatste is in
zijn hoofd duidelijk een optie om een sprint te trekken naar de speelhoek.
Dan de aandacht naar Peuter. Inmiddels ken ik haar alweer
bijna drie jaar en is mijn arsenaal aan Peuter-gereedschap flink uitgebreid.
‘Je hebt geen zin om te stoppen met puzzelen zeker?’ Peuter breekt direct:
‘Nee…’ ‘Nou, dan schuif je gewoon een stoel op en ga je daar verder puzzelen of
je schuift hem even aan de kant en dan ga je na het eten nog even verder.’ Peuter
is erg blij met deze handreiking, want nu kan ze zélf een beslissing maken. Ze
schuift haar puzzel aan de kant en wil me helpen met het dekken van de tafel.
Baby is inmiddels weer in slaap gedommeld. Als er geen
honger is, is mamma meer dan genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten