maandag 30 oktober 2017

Mount Washmore

Ik ben moe. Hartstikke moe. Moe van het altijd en eeuwig durende huishouden draaiende houden. Ik heb besloten dat ik vakantie neem. Als thuiswerkende moeder met drie jonge Blommetjes onder haar vleugels, twee bedrijven onder haar staart en een thuiswerkende man in haar kielzog is dat best een uitdaging. Laat ik maar gerust stellen dat het eigenlijk gewoon onmogelijk is. Voordat we hier op de boerderij kwamen wonen had ik me nooit kunnen inbeelden dat er zich op één plek zoveel zand, stof en spinnenwebben konden verzamelen in zo'n korte tijd.

Waar ik me normaal gesproken een slag in de rondte werk om alle dingen rondom Huize Blom draaiende te houden, doe ik het nu even rustig aan. Ik focus me op al het noodzakelijke, zoals het eten koken en doe daarnaast gezellig allerlei spelletjes en activiteiten met de kinderen. ‘Dat huishouden komt later wel’, ‘Laat de boel de boel’, ‘Geniet van je kinderen’. Elke thuiswerkende moeder zal deze zinnen op haar duimpje kunnen reproduceren. Dus, ik doe eens gek.

Aan die opmerkingen ‘Dat huishouden komt later wel’, ‘Laat de boel de boel’, ‘Geniet van je kinderen’ ligt – natuurlijk – ook gewoon weer iets ten grondslag. Ik heb er even over zitten mijmeren terwijl ik door de ramen naar buiten probeerde te kijken, maar ik kan me niet anders voorstellen, dan dat diegenen die me dat toch telkens weer herhalen zelf iets van een knagend stemmetje hebben over of ze dat ‘vroeger nou niet anders hadden kunnen aanpakken’. Spijt? Of nu het besef hoe waardevol die kinderjaren zijn.

Ik neem me bij dezen voor om intens te genieten van mijn kinderen en dus ont-zet-tend veel met ze samen te doen. Laat de boel de boel!

Niet snel na mijn besluit ontstaat er al een spagaat. De spagaat is nog te doen. Licht ongemakkelijk. Ik voel dat er nog best wat rek in zit. Ik zie dat de keuken ontploft is na het koken. Tijdens het koken was Baby ongeduldig en direct na het eten wilde Baby de borst en wilde Peuter 'NU!!' naar bed. Ik heb nog geen tijd gehad om het op te ruimen. Kleuter vraagt om een spelletje. Oh ja. Goed voornemen. Laat ik dat maar doen dan.

Het is theetijd. Man komt binnen gestormd met zand en gemaaid gras aan zijn sokken en is uiteraard dorstig van het harde werk. Hij kan niet zo goed tegen rommel. Rommel maakt zijn chaotische aanleg nog chaotischer en vaak is de wijsheid van mijn eigen moeder ‘vuil trekt vuil aan’ in dezen echt 100% waar. Ik zie en voel direct een lichte paniek ontstaan bij Man zodra hij de keuken ziet. Een subtiele kortsluiting.

We redden ons ook over deze heuvel heen en dan is het toch echt tijd om de keuken aan kant te maken, want anders heb ik straks geen ruimte om eten te koken. De nood om te eten ontstaat hier altijd zo plotseling dat ik me maar beter een beetje voorbereid. Peuter ligt nog heerlijk op één oor. Baby hangt lekker op mijn rug. Kleuter staat te popelen om te helpen met afwassen. Prima! We verenigen het nuttige met het aangename. Wat wil een mens nog meer?

Zo gaat het nog een paar dagen door. Vanuit mijn ooghoek zie ik de stapel was groeien tot een aardige drempel, maar hee: vier wassen op een dag draaien is toch echt wel te hard werken, dus we doen er nu twee. De spagaat waarin ik me al enkele dagen begeef begint wat onprettig te voelen en ik probeer me in een andere bocht te wringen om wat extra rek in een oncomfortabele situatie te creëren.

Een dag later is het zover: ‘Weet jij misschien of ik nog een schone onderbroek heb?’, ‘Waar zijn de sokken van Kleuter?’, ‘Ik kan het hemd van Peuter niet vinden!’, ‘Oh ja, oeps… Ik heb volgens mij geen werksokken meer, dus ik heb mijn nette sokken maar aan gedaan.’, ‘Peuter heeft in bed geplast. Zijn er nog schone lakens?’, 'Waar is die ene fijne trui eigenlijk gebleven?'

De spagaat waarin ik verkeer doet plotseling hevig pijn. Alle rek die er zat is als een donderslag bij heldere hemel verdwenen. Dit gaat gewoon echt niet meer. De wasmachine mag nooit en te nimmer stuk of met vakantie en diegene die het wasgoed er in doet mag ook nooit verslappen. In de bijkeuken, waar we onze was normaal gesproken keurig gesorteerd in wasmanden verzamelen, is een serieuze berg ontstaan. Met het beddengoed van Peuter erbij weet ik niet of ik deze berg ooit nog kan bedwingen.

Mensen van wie er een gezinslid ook werk heeft dat extra was produceert kunnen niet anders dan herkennen dat de was met stipt op één staat van de prioriteiten in het huishouden. Het gedraai van de wasmachine klinkt als een melodisch, geruststellend gerommel op de achtergrond, omdat het zo fijn is dat het ding draait zonder dat je er zelf wat voor hoeft te doen. Als het ding stil staat is er een soort alertheid als wanneer je kinderen ineens te stil in een hoekje van de woonkamer zitten te spelen.

Mijn vakantie is voorbij. Het is tijd om Mount Washmore te bedwingen. Het kost me vijf dagen.

Die luttele minuten - wat zeg ik? secónden! - dat de was bij is. Heerlijk. Ultiem genot. Mount Washmore is ook deze keer weer bedwongen. Wat ben ik trots op mezelf dat dit klusje weer geklaard is. De was is zelfs opgevouwen en het ligt in de kast! Graag de eeuwige roem en dank vergezeld van helder, stralend licht en een gospelkoor. Dank u, dank u.

Geen gospelkoor op de LP afspelen graag, want die krassende plaat hoort er natuurlijk ook bij in als je daar, in dat donkere hoekje achter de wasmand, nog een verdwaalde sok vindt of twee van de drie kinderen spontaan gebukt gaan onder een fikse buikgriep.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten